Wikipedia stelt dat dauwtrappen het vertrappen van de dauw op het gras is, om de heropleving van de natuur te vieren. Bij voorkeur ’s morgens om zes uur, bij zonsopkomst. Een traditie die in het zuidoosten van Friesland voortleeft. In overleg met boswachter Jongsma zal de tocht van twaalf kilometer vanaf Lunia vertrekken en bij terugkomst worden de gasten opgewacht in het restaurant met koffie en croissants.
Een aankondiging in het dorpsblad, in de plaatselijke krant, op diverse websites en bij de receptie heeft geleid tot twaalf aanmeldingen. Uiteindelijk vertrekken we om tien over zes met 23 (!) liefhebbers.
‘Voor een eerste keer geen slechte opkomst, toch?’ Boswachter Jongsma heeft de pas erin.
‘Ik ben niet ontevreden. Er zijn zeven hotelgasten bij, drie mensen herken ik uit het dorp en de andere veertien personen ga ik zo even de hand schudden.’ Een fantastische manier om te netwerken en je bedrijf te laten zien. ‘Ik bel Marcel zo meteen even dat we bij de plaggenhut met 23 personen zijn.’
Tussen de verschillende wandelaars lopen Aletta en Naomi. Gisteravond zijn ze aangekomen in Oldeberkoop. Naomi is 14 en lijkt op haar moeder, prachtig lang blond haar, bruine ogen, sportief postuur en vlot gekleed. Ze kent hier niemand, maar is niet verlegen. De boswachter heeft haar zojuist gewezen op de dassenpaden en dassenpoep. Twee overduidelijke bewijzen dat de dassenpopulatie groeit in dit gebied, aldus boswachter Jongsma. Ik hoor Naomi bij de boswachter informeren of hier ook otters leven.
Ik bel Marcel: ‘We zijn met 23 personen, dus graag een extra kan koffie en een extra kan thee en wat meer Groninger koek in de hut, we zijn er over een halfuur, oké?’
‘Nou, dat is niet oké. We hebben een probleem hier. Mirjam kwam net binnen om de ontbijtdienst te doen en toen hoorde ze keihard kloppen op de gang bij kamer 8. Ze vroeg toen op de gang, lang leve de gehorige kamers, of er iets was en nu blijkt dus dat mevrouw Landman zit opgesloten in de badkamer.’
‘Je kunt toch met de loper de kamer openmaken.’ Ik vraag me af waar hij zo moeilijk over doet.
‘Ja, dat heb ik gedaan, nu sta ik in de kamer, maar het is het slot van de badkamerdeur en die krijgen we niet open.’ Geïrriteerd.
‘De badkamers hebben toch helemaal geen sleutel.’ Ik probeer te bedenken hoe dit mogelijk is.
‘Nee, Kim, dat klopt, maar wel een mogelijkheid om de deur van binnenuit op slot te draaien’. Geërgerd.
‘Mevrouw is toch alleen, waarom doet ze dat?’
‘Ja, Kim, dat weet ik niet.’ Boos nu. ‘Dat maakt ook helemaal niet uit. Feit is dat ze is opgesloten en er niet uit kan. Bovendien is het Hemelvaart en ik weet niet waar ik een timmerman vandaan moet halen die de scharnieren van de deur eruit kan tikken!’
Ik hoor dat Mirjam ook de kamer binnenkomt. ‘Weet Kim het?’, hoor ik haar vragen.
‘Nee, Kim weet ook geen oplossing’, aldus Marcel. Kortaf..
‘Denk maar even mee, Kim. Het is een bizarre situatie. Mirjam staat nu buiten op een ladder, om door het badkamerraampje jouw trainingsbroek aan een rillende mevrouw Landman te geven. Ze zat al drie kwartier opgesloten toen Mirjam haar hoorde. Ik ga nu koffie en een croissantje voor haar halen die we ook door het raampje gaan aangeven. Als ze op de wc gaat staan, kan ze er net bij.’
‘Maar Marcel, ik heb wel dadelijk die koffie en thee nodig.’ De verbinding is al verbroken.
‘Kim, wat is er?’ Justin, een man uit het dorp die ik vaak ’s morgens bij de bakker tref, staart me ongelovig aan.
‘Een hotelgast zit opgesloten in de badkamer en Marcel brengt haar nu koffie via het badkamerraampje.’ Op een ander moment zou het een grappige situatie zijn om je voor te stellen hoe Marcel de koffie door het raampje aan moet geven.
Maar nu niet, het is menens. Ik krijg een idee. ‘Justin, zou jij niet iemand kennen in het dorp die kan helpen? Ik kijk hem op mijn allerliefst aan.
‘Ik wil wel kijken, volgens mij moet het me ook wel lukken, ik los al jaren alle klussen op de boerderij op. Maar, ik ben wel een uur onderweg als ik terug moet lopen. Kan Marcel me niet op komen halen?’
Ik bel Marcel weer. Met een ‘jahaaaa’ neemt hij op.
‘Kun jij nu naar de plaggenhut komen met alle picknickspullen? Dan stapt Justin daarvandaan bij jou in. Hij denkt die deur wel open te krijgen.’ Ik hoor hoe Marcel door de gang naar het restaurant rent. ‘Ik ben ook nog bezig het ontbijt klaar te zetten, want Mirjam staat nog op die ladder mevrouw Landman rustig te houden. Maar goed, als de koffie klaar is, vraag ik Mirjam naar voren en dan kom ik.’
Justin en ik lopen vooruit. We zijn binnen vijf minuten op de open plek, ik heb al negen keer naar de tijd gekeken, wanneer ik onze auto het bospad op zie komen. Ik pak de spullen aan van Marcel en zie Marcel met Justin het pad afdraaien en naar Lunia terug scheuren. Wie Marcels kent weet dat ik niet overdrijf.
Na een kwartiertje krijg ik een sms; ‘Deur =open.Mevr is oke. Nu ontbijt.’
Na de koffiebreak voert de route ons door de Barten, een landschap langs de Linde dat het hele jaar is afgesloten voor publiek; ongerepte natuur. De wandelaars zijn enthousiast over wat ze zien en horen. We maken de prachtige tocht af en om half negen stappen we een heerlijk ruikend Lunia binnen. Croissants en koffie staan klaar. Als afgesproken.
Mirjam probeert haar lachen in te houden. Aletta, die ik op de hoogte had gebracht, stapt binnen en vraagt als eerste hoe Justin dat nu zo snel voor elkaar heeft gekregen.
Mirjam loopt proestend met kannen koffie voorbij en zegt: ‘Marcel en ik zijn waardeloze inbrekers, dat is zeker!’
‘Hoezo, hoe bedoel je?’ Ik kijk Marcel vragend aan.
‘Ik laat de eer aan jou, Justin.’
Justin schuift z’n stoel naar achter en probeert de situatie te schetsen: ’We komen aan in die kamer, hier staat Marcel z’n schroefboor, een hamer en een doos met wat ander gereedschap. Mirjam staat op een ladder, buiten, met mevrouw te kakelen over de begonia’s in de tuin. Begonia’s die mevrouw Landman helemaal niet kan zien. Eh, voor alle duidelijkheid, dat heeft ze overigens wel geprobeerd, door op de wc te springen en naar buiten te kijken. Niet gelukt. Dus af en toe steekt Mirjam haar rode hoofd door het badkamerraampje vanaf de ladder om haar verhaal kracht bij te zetten, denk ik. Maar in ieder geval kijk ik naar de deur, haal mijn sleutelbos uit mijn broekzak en zet de ring van mijn sleutelhanger op dat rood/groen knopje van de wc-deur. Bij de tweede goede tik, springt het slot open. Voilà, mevrouw vrij.’
‘Ja, ik moet beter gereedschap hebben, hoor Kim. Het is waardeloos, zo kan een man niet omgaan met calamiteiten.’
Justin maakt het verhaal af: ‘Daarna komt er dus een mevrouw uit de badkamer in een te grote joggingbroek, met een leeg koffiekopje, een tijdschrift over tuinieren en een paar afgeknipte begonia’s.’
‘Hilarisch’, schatert Aletta.
‘En een betere trap, Kim’, vult Mirjam aan. ‘Er zitten geen goede pootjes aan bij de laatste sport, dus elke keer zakte ik verder weg. Ik denk dat ik die trap wel zestien keer heb verzet en steeds maar weer opklimmen hè, want anders kon Ineke, mevrouw Landman, mij niet horen. Ik had, zeg maar, mijn eigen hemel-vaart!’