De linie
De Friese Waterlinie was een verdedigingslinie in Friesland. Deze werd aangelegd om vijandelijke troepen tegen te houden door middel van inundatie (het gecontroleerd onder water zetten van land, te hoog water voor de soldaten, te laag voor een bootje). Deze linie werd grotendeels aangelegd in de 16e en 17e eeuw en speelde een belangrijke rol in verschillende oorlogen, met name tegen de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog en later tegen de Munsterse troepen in 1672 (het Rampjaar).
De linie was vooral van belang in het Rampjaar 1672, toen de bisschop van Münster, Bernhard von Galen (bijgenaamd ‘Bommen Berend’), Friesland probeerde binnen te vallen. Dankzij de waterlinie werd zijn opmars gestopt. Later verloor de linie aan strategisch belang, vooral door de opkomst van nieuwe militaire technieken. Een aantal schansen zijn in ere hersteld en hebben vorm gekregen in het (voornamelijk) Friese landschap. Karst Berkenbosch heeft een route samengesteld langs deze schansen, hieronder mijn verslag van deze interessante langeafstandswandeling.



De start van het schansenpad
De start is in Oldeberkoop. En dat is natuurlijk het perfecte uitgangspunt voor 120 kilometer wandelen.
Vanuit Oldeberkoop wandel ik naar Mildam, een etappe van 13.5 km. De route start in het centrum van Oldeberkoop en gaat dan via het Molenbosch naar de Tjonger. De Tjonger is een rivier van 41 km lang, waarvan 35 km is gekanaliseerd. Dit kanaal vormt een taalgrens, ten noorden is het Fries, ten zuiden Stellingwerfs. Als ik 50 meter langs de Tjonger wandel zie ik een schanswal. De routeomschrijving vertelt mij hier dat rechts een schanswal ligt, omdat hier ooit een schans gepland stond. Vermoedelijk is de schans er nooit gekomen.
We komen nu op de Kiekenberg dat gevormd is door rivierduinen, deze weg is ooit gebruikt door zowel de Munsterse als de Staatse troepen. Van hieruit gaan we naar de Katlijker heide, die ons een beeld geeft van hoe het er hier in 1672/73 uit moet hebben gezien. In 1673 vond hier een grote slag plaats waarbij de Munsterse troepen zich terugtrekken in Oldeberkoop.Ik loop hiervandaan door Katlijk naar Mildam. Hier pak ik de bus terug naar Oldeberkoop.
De schoterschans
Midden in Mildam pak ik de route weer op langs de Tjonger. Al na een paar kilometer kom ik op de plek waar de Schoterschans heeft gelegen. Deze werd in 1585 gebouwd op de fundamenten van een oud klooster. In 1672 werd een klein groepje Munsterse soldaten hier verslagen. Hierna werd de schans niet meer aangevallen. De route gaat naar Oranjewoud, een dorp dat bekend staat om de aanwezigheid van de Oranje-Nassaus in de voorgaande eeuwen, waarvan de prachtige gebouwen nog altijd getuigen. De route leidt ons zelfs door het Belvedère museum, een nieuwbouwwijk en door naar het centrum van Heerenveen. Hier passeren we Crackstate, dat zeer waarschijnlijk het onderkomen is geweest van Johan Maurits van Nassau Siegen, die in 1673 tot opperbevelhebber van de tropen in het Noorden werd benoemd.
Nu volgt een minder interessant stuk van de route, je loopt namelijk langs de A 32 over de oude rijksweg naar Wolvega. Na een kilometer of 5 gaan we eindelijk rechtsaf op het verlengde van de Slingerweg. Deze lag er al in 1672 en had toen de naam Nieuwe Wegh Nae Oldebercoop. In Wolvega (bij het station nu 41,5 km) lopen we langs verschillende historische plaatsen, waaronder de Kerk op de Hoogte. Deze is van 1646. In 1673 was hier een invasie van Munsterse troepen. Haultin, een legeraanvoerder van Bommen Berend heeft hier zijn woede geuit over het mislukken van de aanval op Friesland, waarvan de sporen op de preekstoel nog altijd zichtbaar zijn.



Rottige Meenthe
Ik verlaat Wolvega via Nijeholtwolde naar Oldelamer. Hiervandaan gaat de route door de Rottige Meenthe en het Brandemeergebied.Dit is een Natura 2000 gebied, een lageveengebied. Het is hier werkelijk prachtig. Je kunt je wel voorstellen dat in dit moerassige gebied zich in 1672 geen enkele soldaat vertoonde. Wanneer ik hier loop kom ik werkelijk niemand tegen. Na 2 km genieten van riet en grasland loop je langs de Scheene, een grenssloot van 15 km lang die al in 1400 werd gegraven, naar Munnikenburen. Hierna kom je in Langelille en loop je over de oude zeedijk. Aan het einde zie je een laagte waar een sluis heeft gelegen. In 1672 heeft men geprobeerd deze te barricaderen om geen water mee in de Linde te laten stromen.
Je komt nu aan in Kuinre bij de jachthaven. Hier moet de Kuinderschans hebben gelegen Deze werd in 1581 rondom de Nicolaaskerk aangelegd. Omdat we hier in Overijssel zijn kwam de schans al na de overgave van Zwolle in juni 1672 in handen van Munsterse troepen. In 1672 werd de schans verwoest en ook de kerk. Het dorp werd zwaar geplunderd door wegtrekkende Munsterse soldaten. Wat er nog van de schans overbleef is later verzwolgen door de zee.
Na een alleraardigst rondje in Kuinre onder andere langs de nieuwe sluis die de verbinding vormt tussen de Linde ( ookwel de Lende) en de Tjonger keer je terug naar Slijkenburg. Je hebt nu 79,5 km van de route voltooid.
Schans van Slijkenburg
In Slijkenburg kom je langs een kanon en een maquette van de Slijkenburgerschans. Je ziet niets meer van de schans want de wallen zijn afgegraven. Slijkenburg was strategisch een gevoelig punt omdat de Tjonger en de Linde hier samen kwamen. In 1672 was de schans in slechte staat. Uiteindelijk hielpen de boren van Slijkenburg de wallen verder op te werpen en om een dam in de Linde te bouwen en om de sluis waterdicht te maken. De Munsterse troepen moeten hier na de aanval op Kuinre langs zijn gekomen maar daar is weinig van bekend. Wellicht hadden ze voldoende buit gemaakt in Kuinre en trokken door naar Steenwijk.



Ik loop verder over de Lindedijk naar de Driewegsluits. Je hebt hier prachtig zicht op de Linde. Hoewel deze tussen 1922 en 1927 gekanaliseerd werd slingert hij hier nog prachtig door het landschap. Bij de kanalisatie moest er rekening gehouden worden met de verschillende waterpeilen, daarom werd een sluis gebouwd. Het werd er een met drie uitgangen, er zouden er maar drie van in Nederland gebouwd worden.
Hier lopen we zeker een paar kilometer langs de Linde. En dat is heerlijk op een winterse dag.
Ik ben werkelijk maar één fietser tegengekomen!
Blessebrugschans
Aan het einde ga ik naar links en daar is mij de Blessebrugschans beloofd. Deze schans was helemaal verdwenen maar is in ere hersteld. Hij moet in 1582 zijn aangelegd. In 1672 en 1673 viel Bommen Berend de schans aan. Zonder succes. Maar bij de aanval van 24 op 25 augustus 1673 lukte het de Munstersen onder aanvoering van Bommen Berend wel. Echter door de vele regen en storm kwam het water in de Linde zo hoog dat de Munstersen ingesloten raakten. En daarop besloten zij eind augustus alsnog de Stellingwerven te verlaten.


Langs de Linde brengt de route mij naar de Kontermansbrug. Sluiswachter Kontermans (1750) was berucht om zijn schutbeleid. Als je bij hem geen sterke drank kocht, kon je de sluis niet passeren.
Ik kom bij de Stellingenweg. Een drukke provinciale weg. Na 1,5 km kan ik deze verlaten. Bij een afsluitpaal loop ik naar de vogelkijkhut van Gerrit. Hier heb je een mooi uitzicht op de Lindevallei dat hier het Schutsluisgebied wordt genoemd. In 1672/1673 was dit ontoegankelijk gebied.
Terug naar Oldeberkoop
Verderop heet het de Miente, een gebied dat al gedeeltelijk gevormd is in de voorlaatste ijstijd. Een gletcher gleed toen door het Lindedal en liet daar stuwwallen achter. Opvallend is het grote aantal poelen op de Mienthe. Via Noordwolde komen we weer in de buurt van Oldeberkoop. De Noordwolderweg is in de 19de eeuw door grootgrondbezitter Jan Albert Willigen aangelegd om Zandhuizen te bereiken, eerder moest men via de Bekhofschans (westelijke lus). In 1672/1673 kon je hier nog niet langs.
We bereiken Oldeberkoop. In het centrum staat het kanon. Het kanon dat in 1673 bij de Bekhofschans stond en bij de aanval van de Munsterse tropen werd vernageld. In 1979 ontdekte men het kanon in de schansgracht. Nu heeft deze een mooie plek in Oldeberkoop.
Einde van de route.