‘Ik moet rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan’. Op de fiets, aan de wandel, op de waterbus.
‘We kunnen nu niet langer, we kunnen nu niet langer blijven staan.’ Museum check. Lunchlocatie check. Kanotocht check.
Opzij, opzij, opzij, want wij zijn haast te laat, wij hebben maar een paar minuten tijd.’ Ik race door het programma van de Biesbosch voor de Estivant singles heen en heb net op tijd alle afspraken gemaakt en tochtjes uitgezet. Het kan beginen: de singlereis in de Biesbosch.
Stayokay Dordrecht
Wederom is het Estivant-verblijf in een Stayokay. De Stayokay Dordrecht ligt aan de rand van de Hollandse Biesbosch. De kamers zijn twee jaar terug gerenoveerd; nieuw en schoon net als in Maastricht. Mijn uitzicht is niet zo fraai over de Maas, maar op het dak van de keuken.
De receptie zit achter de bar en is daarmee een gecombineerde functie. Ik herken dat natuurlijk, want in Lunia is dat ook zo. Nadeel is dat je met een receptievraag vaak even moet wachten tot de betreffende medewerkster terug is van het terras. En dat zij minder kennis blijkt te hebben over mijn reservering. Die eerste dagen op locatie heb ik altijd wel een paar vragen om mijn gasten goed te informeren. Zoals de ontbijttijden, barsluitingstijden, wificode, dichtstbijzijnde supermarkt, informatiecentrum, bezienswaardigheden en kamerindeling.
De Biesbosch-Stayokay heeft een heerlijk terras. Uitzicht op de stijger en de naastgelegen kleine camping. Bovendien kun je er genieten van heerlijke drankjes en eenvoudige maaltijden.
Na aankomst van mijn gasten en het nuttigen van een welkomstborrel bij de introductie gaan we aan de wandel. We doen de Helpolderroute. Een wandeling van 4,5 kilometer vanaf het informatiecentrum Biesbosch.
Wandelen in de Biesbosch
Het begint al goed, we lopen langs het beverbos. Dit knaagdier werd in 1988 geherintroduceerd in de Biesbosch. Er werden zes bevers uitgezet. Inmiddels zijn dat er ongeveer 300. De bever is een knaagdier. Ze kunnen 12 jaar oud worden en maximaal 35 kilogram. Ze eten wortelstokken en zachte houtsoorten als de wilg. En de bever eet zijn eigen keutels op. Bevers zijn schemerdieren en zijn dus vooral ‘s avonds en ’s ochtends actief.
In het beverbos moeten we aangevreten boomstammen zien. We zien veel knotwilgen en hazelaars. Maar niet aangevreten. Of de stammen waren al naar de oever gesleept of wij hebben niet goed gekeken. Later deze week gaan we nog op ‘beverjacht’ dus wellicht komt het er dan van.
Varen in de Biesbosch
Na een eenvoudig maar prima ontbijt gaan we de volgende dag naar Dordrecht. Eerst fietsen uitzoeken en dan met de waterbus. Die waterbus vind ik echt geweldig. Het is geen slome rondvaartboot maar een ware catamaran. We zoeven over het water en in 20 minuten staan we in Dordrecht.
De lunch gebruiken we in Hotel Restaurant Villa Augustus. Een bijzonder gebouw voor een heerlijke biologische lunch. Het hotel is gevestigd in de voormalige watertoren van Dordrecht. In het oude pompgebouw is het restaurant en de markt gevestigd. Er tussenin vind je een grote moestuin. Je moet hier de vegetarische sandwich van huisgemaakt desembrood proberen!
We genieten deze middag van een stadswandeling van het Gilde en zien zo alle schatten van Dordrecht. Klik hier voor de blog.
Fietsen in de Biesbosch
Op dag drie gaan we meer van de Biesbosch zien. We gaan naar het Brabantse gedeelte. We nemen hiervoor de fiets en steken over de Merwede met de pont. Ook al weer een hele ervaring.
Ik ben nog nooit als fietser op een pont geweest en dat is echt een andere beleving dan in de auto. Het is net een mini-boottochtje. Aan de overkant start de fietstocht. Deze heb ik uitgezet op het knooppuntennetwerk en is 36 kilometer lang. 36 kilometer! Als fietsgids kun je dat doen op een ebike. Onderweg deel ik mijn kennis.
De Biesbosch is een zeldzaam zoetwatergetijdengebied. Het gebied staat in open verbinding met zee, hoewel de Biesbosch 70 km landinwaarts ligt. Een overstroming in 1421, de Sint-Elisabethsvloed, zorgde ervoor dat het polderlandschap een binnenzee werd. Gevoed door het water van de Maas en de Waal werd het water in de Biesbosch zoet.
Door het zoete water, het zand en rivierslib konden biezen hier goed groeien (een bies is een grasachtig sprietje, ideaal voor vlechtwerk). Vandaar de naam.
Na de watersnoodramp van 1953 werd besloten het Haringvliet (onderdeel van de deltawerken) af te sluiten. Hierdoor heeft dit gebied nog maar een getijdeverschil van 70- 80 centimeter overgehouden. Onvoldoende voor de groei van bies, riet en griend (wilgen). Dit betekende het einde voor de biezenvlechters, de rietsnijders en de griendhakkers.
In de nieuwe situatie ontstaat ruimte voor bijzondere vissen zoals de zeeprik en (roof-) vogelsoorten zoals de visarend en de zeearend. Die arend zien we meermalen overvliegen.
Het is hier echt prachtig fietsen. Ruime fietspaden en goed onderhouden bruggetjes over het waterrijke land. Bovendien autovrij.
Museumbezoek in de Biesbosch
Na 28 kilometer komen we uit bij het Biesboschmuseumeiland. In het binnen museum veel aandacht voor het ontstaan van de Biesbosch met oude films en voorwerpen uit de tijd van de Griendwerkers. Maak ook een wandeling door het buitenmuseum! Hier zie je de griendvelden, ookwel wilgenakkers, en waar de griendwerkers de hele zomer in woonden; de schrankkeet.
Kanoën in de Biesbosch
Op deze laatste avond van ons verblijf gaan we op bevertocht. In een kano. Gerard en ik gaan samen in een kano. Ik ken Gerard al van de Maastrichtreis een week eerder en weet inmiddels dat hij kan kanoën. Maar gelukkig gaat er ook nog een gids mee. Hij vertelt over de Biesbosch en zal ons wijzen op de beversporen.
Maar zover komt het niet. We raken met de singles in een heuse kanowedstrijd. We hebben zoveel plezier. De sfeer is goed, de onderlinge strijd maakt ons enthousiast. En dat gaat wel gepaard met enig geluid. Dat zou de reden kunnen zijn dat wij geen bevers hebben gezien.
Ik besluit met een klein clubje deze fantastische vakantie af te sluiten met een bezoekje aan de Kinderdijk.
Kinderdijk bezoek bij de Biesbosch
De Kinderdijk is een dorp gelegen in de Alblasserwaard. In 1421 zorgde de Sint Elisabethvloed er hier voor dat ook de Alblasserwaard en de polders onder water kwamen te staan. Na de vloed zagen de bewoners een kindje in een wiegje voorbij dobberen en zo is de naam Kinderdijk ontstaan.
Het werd met de Elisabethvloed duidelijk dat de dijken de bodemdaling niet konden houden. Er was steeds meer kracht nodig om het water uit de polders in de rivieren te pompen. En zo kwam men op het idee van de molens. De molens zorgden ervoor dat het water uit de lage boezem naar de hoge boezem gepompt kon worden.
Tot in 1924 een elektrisch stoomgemaal werd gebouwd om de molens te ondersteunen. Toch moeten de molens nog altijd gebruiksklaar blijven. Om de geschiedenis te laten zien, maar ook voor het geval de stroom uitvalt!
We bezochten de drie museummolens, zagen een film over het ontstaan van het gebied en namen een kijkje in het gemaal. Ik vond € 16,00 aan de prijs voor een openluchtmuseum maar ben blij dat ik het een keer gezien heb.
Het was een vol programma. Vol indrukken keer ik terug naar Friesland.